17 december 2009

Sana en collega zullen nooit met stelligheid rapporteren

Gedurende de nachtelijke ronde door het pand heeft mijn collega een olfactorische waarneming gedaan die zich, naar alle waarschijnlijkheid, het beste laat omschrijven als zijnde sigarettenrook. Daarbij trof hij, zittend in het donker en met alle normaliter openstaande deuren dicht, een cliënte aan die zich, volgens rapportages van anderen, al eerder heeft gebezigd met het stiekem nachtelijk nuttigen van één of meerdere sigaretten.

Daarbij nam mijn collega ook waar dat zij een pakje sigaretten in haar vuist gebald had en de vluchtig heen en weer schietende ogen leken te maken hebben met enige innerlijke onrust, welke eventueel zijn oorsprong zou kunnen vinden in de wetenschap dat roken in de huiskamer eigenlijk niet toe is gestaan.

Het is dus mogelijk dat de aldaar zittende cliënte verantwoordelijk gehouden zou kunnen worden voor de waargenomen en als zodanig geïnterpreteerde rooklucht, waarbij het in de lijn der verwachting ligt dat zij één of meerder sigaretten in eerder genoemde ruimte heeft aangestoken en vermoedelijk ook één of meerder malen heeft geïnhaleerd.

Geen opmerkingen: