Het was 22.00 uur, ik stond in mijn upsie op een klein stationnetje en las een boek. Hij, een slecht Nederlandse sprekende Turkse man met aktetas, kwam op me af. Ik waande me redelijk veilig op het stationnetje en besloot dat ik niet ging stressen. Hij vroeg netjes of ik wist hoe laat de trein kwam en dat wist ik. Hij blij, hij weer weg, ik blij. Snel mijn boek weer in.
3 minuten later kwam hij weer in beweging en dit keer kon ik mijn stress niet meer wegrelativeren. Hij begon met: "Iek ben zo nieuwsgierig hoe titel is van jouw boek."
Flikker op man, daar ben je helemaal niet nieuwsgierig naar, jij hebt gewoon een steigerend libido in je broek... rot op rot op rot op. Ik hield mijn boek omhoog, zodat hij de titel kon lezen en naar aanleiding van
de imponerende titel misschien begreep dat ik geen makkelijk te verleiden dom blondje zou zijn en niet zoveel zin had om een gezellige conversatie met hem aan te gaan.
Helaas.
"Oh you bent pyscholog?"
Nee, dat ben ik niet, maar ik ga jou echt niet uitgebreid vertellen wie of wat ik wél ben, dus. Ja, dat klopt. "Oh, aaj em a dokter. En jaaj moet ook to Zwolle, dat is toevallig!"
Goh. Nice. Dus? Wat nu? Moet ik geïnteresseerd doen? Man, ik moet leren, ik moet morgen een presentatie houden over dat boek, laat me met rust. Dat deed 'ie uiteraard niet. De trein kwam eraan en ik bewoog me richting deur met in mijn kielzog die
enge vieze kerel
die hoogstwaarschijnlijk allerlei vieze plannetjes had. Ik zocht in de trein naar medereizigers, maar uiteraard was ik totally lonely. Fijn. Heel fijn. En nu?
Ik moest denken aan het verhaal van N., die laatst ook in de trein zat met een kerel met gore bedoelingen. Hoe ze bleef zitten en hij haar wel even aanraakte. En toch he... en toch ga ik daar tegenover hem zitten in een verder lege coupé. Me bewust van gevaar, alle vezeltjes in mijn lijf stonden op spanning. En toch... toch wil je dan pleasen... vriendelijk zijn, aardig zijn.. niet afstoten, want dan geef je aanleiding. Gewoon neutraal aanwezig zijn, dan gebeurt er niets. Het bizarre brein.
Ik deed verwoede pogingen om heel demonstratief in mijn boek te lezen. Hij stond niet echt open voor hints.
Grom. Hij bleef praten, vragen stellen, contact maken. Ik bleef gereserveerd, antwoordde kort en hoopte de machinist wat haast zou maken. Eenmaal in Zwolle leek het er heel even op dat hij ook nog bij mij in de bus terecht zou komen, maar dat bleek een communicatiefoutje. Gelukkig maar.
Eenmaal in de bus overdacht ik de situatie. Ook herinnerde ik me mijn reactie op N.'s verhaal; hoe boos ik was dat wij vrouwen ons tegenwoordig nergens meer helemaal veilig kunnen voelen 's avonds laat. Natuurlijk zouden we gewoon in ons blote kont over straat moeten kunnen huppelen, maar de maatschappij leert dat dat niet handig is. Opletten moeten we. En hoe!
Maar toch... terugkijkend op de situatie was dit gewoon een kerel die een praatje wilde maken. En hoe graag ik ook zou willen beweren dat 'ie vast slechte bedoelingen had en uit was op veel meer, het was en is niet zo. Ik ben afgestompt. Feit is dat als ik geen negatieve verwachtingen van hem had gehad, dat we wellicht best een leuk gesprek hadden kunnen hebben. Maar nee, ik kon alleen maar denken aan mijn eigen ervaringen en aan de nare verhalen die de laatste tijd steeds vaker de ronde gaan...
Dat raakte me. Het deed me met een schuin oog kijken naar hoe individualistisch en egocentrisch onze maatschappij is... Het zou toch mooi zijn als het normaal zou zijn dat je tijdens het reizen met Jan en Alleman lekker aan de klets gaat? Dat je als vrouw gewoon om 23.00 over straat kunt zonder rekening te houden met gevaarlijke straatjes of te korte rokjes? En dat je als vrouw niet direct alert hoeft te zijn als een man gewoon een praatje met je aanknoopt?