26 mei 2008

Ik vraag me zoveel af.

Terwijl ik kwijlend voorbij die grote en heul leuke schoenenwinkel hobbelde, probeerde ik mijn sleutelbos uit mijn tas te trekken. Dat gaat nooit soepel, want ik heb a. een enorm rommelige tas zonder vakjes en b. een enorm grote sleutelbos die altijd overal aan blijft hangen. Ik zou natuurlijk kunnen kiezen voor meerdere kleine bosjes, maar ik ken mijzelve. Als mijn hoofd niet vastzat, zou het wegens chronisch zuurstofgebrek allang weggerot zijn en zou ik nooit op het juiste moment de juiste sleutel tot mijn beschikking hebben.

Maar goed. Ik trok wat aan mijn zwarte Puma-keycord, mopperde nog wat en zag ineens die zwerver. Of nou ja, het was een zwerfster. Bedacht me dat zij nooit met de sleutel van het sportgebouw zou proberen haar fietsschuurtje te openen. Of tevergeefs stond te porren met de voordeursleutel in het sleutelgat van de achterdeur.

Deed me denken aan de piramide van Maslow. Volgens die meneer kun je je als mens niet verwezenlijken als de fundamentele behoeften niet bevredigd zijn. Zonder de fysieke behoeften als eten en drinken, huisvesting, veiligheid en zekerheid kun je niet komen tot een sociaal leven, tot waardevolle initimiteit, tot zelfverwezenlijking en transcendentie.

Oftewel: als je in een museum loopt met honger, zul je eerst iets te eten gaan zoeken voordat je je echt open kunt stellen voor de kunst. En zolang je geen huis hebt om je veilig te voelen, kun je niet komen tot een hechte relatie.

Maar, dacht ik daarna, hoe zit dat dan met die zwervers die bij hoog en laag beweren dat er geen beter bestaan is dan het zwerversbestaan? Is dat hetzelfde als uitgemergelde meisjes die roepen dat ze écht niet zonder eetstoornis kunnen? Of een junk die het leven met drugs écht zoveel meer diepgang vindt hebben?

Zijn het angsthazen met bindingsangst? Of hebben ze zoveel faalangst dat ze het leven simpelweg niet aandurven en zichzelf ervan overtuigen dat dit echt het allerbeste is dat het leven hen te bieden heeft? Weten ze niet beter en heeft het leven hen zo dikwijls teleurgesteld dat ze hun verwachtingen dramatisch hebben bijgesteld?

Het boeit me. Wat is het verhaal achter dat smoezelige gezicht, welk verhaal hoort er bij de plastic tas met spullen? Wat heeft hij of zij meegemaakt dat het zover heeft kunnen komen? Dat de fundamentale behoeften er niet meer toe doen....?


Nou, en zo liep ik wat en mijmerde ik wat. Aan het eind van het liedje voelde ik mij ineens een intens tevreden mens, met in mijn hand bungelend de sleutels van mijn huis, van mijn zusjes huis, van mijn geweldige stageplek en van mijn drie fietsen. (Drie. Ja. Rozegroengestreepte opoe-fiets, mountainbike en afgestrapte stationsfiets.)

Sana past gewoon het trucje toe

Oké Thom., we gaan nog 1x van de glijbaan.

Neeeee.... 2x.
Nee, 1x.
Ahhhh... please, 2x....? Pliiieeezzzzz?
Oke. 2x.

3x!! Ja, gaan we 3x?
Nee. 2x.
Ahhhh.... please... 3x....? Pliezzzzzzz?


Goed jongen, jij mag kiezen.
We gaan 1x van de glijbaan, of.....
we gaan 2x van de glijbaan?
Zeg het maar...

Jeeeej, 2x!!!!

Sana droomt weer fijn

Speelde vannacht verstoppertje,
zat diep verborgen
achter de campingset.

Het mocht niet baten.

Catherine Keyl
keek met dichtgeknepen ogen
dwars door die blauwe koelbox.

25 mei 2008

Sana WOWt weer 's mee

WOW
Schrijf a.d.h.v. een thema een stukje van 250 woorden.

Doseren
1 Een dosis bepalen
2 In doses verdelen


Overdosis

Mijn vader deed dat altijd geweldig. (En waarschijnlijk nog steeds.) Zodra iemand ons tegemoet kwam, werd diegene standaard voorzien van een mòòòògûûûhh. De ander groette vrolijk terug en we vervolgden onze wegen. In ons dorp was dat normaal. Je groette elkaar, ook als je elkaar niet of nauwelijks kende.

Hier, in het Zwolse, is dat minder. Je begroet de buren, de buren van ietsje verder ook en daar stopt het. Jammer vind ik dat. Soms mis ik dat dorpse wel. Ik gaf vroeger les bij de plaatselijke gymnastiekvereniging en zodoende kende ik ongeveer alle kinderen (althans, de meisjes) en hun moeders. Dat zorgt voor veel gehallo en getotziens als je effe het centrum doorkuist. Ons kent ons. Ik hou daarvan.

Toch kick ik er nog steeds een beetje op. Als ik een rondje ga wandelen of fietsen en iemand met een loei-sacherijnig gezicht en een zwaar depressieve uitstraling probeert mijn pad te kruisen, gooi ik er expres een overdosis tegenaan. No way dat ik dan nog ga proberen empatisch te zijn en me ga aanpassen aan zijn grafstemming. Gewoon heel diep inademen en zo bubbly mogelijk groeten met een opgewekt Goedemorgen !

En dan.
Die verwondering.
Het onverwachte wat zomaar ineens even de sleur van alledag doorbreekt.
En soms een lachje.
Vaak een goedemorgen.

Stiekem hoop ik dan, terwijl ik met een glimlach verder banjer, dat diegene het stokje overneemt. Dat hij of zij ook tegen alles en iedereen goedemorgen gaat zeggen, dat heel Nederland ons-kent-ons wordt en dat de wereldvrede een voldongen feit is.

24 mei 2008

Roomie ziet het even niet zo scherp

Oh jee, daar komt iemand aan.
Een meneer.
Nee, een mevrouw.
Nee, toch een meneer.
Met tieten.
Of nee.
Toch een mevrouw.

23 mei 2008

Sana wisselt net als het weer

Het was zo'n dag waarop ik wakker werd en het eigenlijk direct al wist voelde. Oei, dit kan wel eens een hele grote klus worden. En dus ijsbeerde ik door het huis, vroeg me af wat ik met mezelf aan moest, begon ik aan alles en maakte niets af. Zo'n dag. Of nou ja. Toen was het pas half 10. Ik zei al, het zou een zware dobber worden.

Uiteindelijk besloten om naar de markt te gaan om fruitjes en groentjes te halen. Da's eigenlijk een zaterdagjob, maar ach. Soms is afwijken van de structuur goed voor een mensch. En iets doén is beter dan thuis op de bank hangen. Althans, dat roep ik altijd tegen mn cliënten.

Halverwege echter veranderde het plan en koerste ik regelrecht naar de HEMA. Een kladblok van een euro en een zwarte pen van negenenzeventig eurocentjes rijker fietste ik richting park en zocht een afgelegen plekje tegen een boom.

Ik schreef en schreef en schreef. Bij elke gedachtensprong begon ik op een nieuw blaadje. Gelukkig kostte dat kladblok maar één eurie, al moest ik wel even aan de boom denken die voor dit kladblok gesneuveld was.


Maar goed.
Tussen het schrijven door begluurde ik de fuut(?) die z'n verenpak aan het schoonboenen was, genooot ik van het zonnetje en ineens.....



Ineens zag ik dit.
En dacht aan Karin. En aan haar oproep om hartjes op te sturen. Hartjes die je zomaar, terwijl je er dus niét naar op zoek bent, want zo schijnt dat te horen in en met de liefde, tegenkomt in de wereld om je heen.



Dus ik fliepste (en dacht aan Inge's peuter) en schold mopperde op de microstand die niet meewerkte en ontdekte dat 'ie op het gewone standje véél mooiere foto's maakt.

Vlak daarna zag ik dit.
Het plekje waar ik
mijn huis ga bouwen.
Met torenkamertje.
En een touwbrug.






Op de terugweg fietste ik toch nog even langs de markt voor de vitamientjes. Eenmaal thuis scheen de zon ook in mijn wereld en ik evalueerde mn ochtendje. Ik liet de structuur los, ik besloot iets te doen, ik ontdekte de liefde én mn toekomstige huis, en sloot zeer tevreden af met een lovely salade, een cracker ham-hongingmosterd en een cracker griezelpasta.

En dat was
nog maar de ochtend.
Dit moet ik vaker doen.

Op naar de middag!

21 mei 2008

Sana speelde wederom sardientje

Ik heb het al tientallen keren gedaan en vrees dat ik het in de 41 jaren die mijn carrière nog zal duren toch minstens 3x per jaar ga doen - of nog véél vaker.

Ik sta hier, jij staat daar he-le-maal aan de overkant. Met handgebaren mag je me dichterbij laten komen en stopzetten. Ook mag je me weer een stukje terugsturen. Kijk maar eens welke afstand goed voor je voelt, en -belangrijker nog- wáár je dat voelt.

Daar gaat het om hè? Waar ligt jouw grens en hoe kun je die voelen? Want als je dát kunt, pas dan kun je oefenen met het aangeven van die grens en kunnen we gaan kijken naar welke manieren er zijn om aan te geven.



De meesten eindigen met toch minstens anderhalve meter afstand. (En een aantal uiteraard met een halve gymzaal, die zijn stiekem het gekst leukst.) Zo'n afstand waarbij je elkaar net aan de hand kunt schudden. Het praat lekker en je loopt niet het gevaar dat je kunt zien of ruiken wat de ander de avond ervoor gegeten heeft.

De intieme zone zie ik bijna nooit. Althans, niet bij mensen die vanuit hun gevoel handelen. Je hebt uiteraard van die types die gewoon neus aan neus gaan staan en heel hard Ik voel niets hoor, kijk eens hoe dichtbij ik kan! roepen. (Ook die zijn leuk. En ingewikkeld. Daarom waarschijnlijk leuk. Een uitdaging. Want: probeer ze maar eens bij hun gevoel te krijgen.)

Feit is in elk geval dat we mensen niet te dichtbij willen hebben. Handje schudden, prima, maar dichterbij is enkel weggelegd voor heel goede vrienden.

Ik moest er zomaar ineens aan denken, toen ik voor de 4e keer deze week samen met weetikveel hoeveel andere mensen sardientje stond te spelen in zo'n gele rottrein. Het is maar goed dat op zo'n moment iedereen zijn gevoel uitschakelt en heel hard aan andere dingen denkt.


Mij lukte het vandaag niet zo goed.

Getsie, wat praatte die mevrouw hard.
En jemig, wat stonk die meneer.
En foei, wat was dat meisje lelijk niet zo mooi.

20 mei 2008

Sana had allang de schaar gegrepen

Wat zou haar
haar
voor haar
betekenen?



19 mei 2008

Sana doet 't nog een keer

Ik moest er ineens weer even aan denken.
En om glimlachen schateren.
Dus ik dacht, hoppa.
Lekker makkelijk.

18 mei 2008

Sana showt de piesemopsantee

Inge vroeg hoe groot onze wc is. Ik snapte totaal niet wat met dat lieve kleine springkikkertje te maken had, maar het bracht me wel op het idee om de meest privéë ruimte van ons huis te delen met de hele wereld.

Ooit kwam vriendinnetje W. uit ons kleine kamertje en zei glunderend dat ze onze wc zo mooi vond, en dat de inrichting van je wc iets vertelt over wie je bent.

Volgens haar betekent het in ons geval dat we oog hebben voor de kleine dingen van het leven, dat we het belangrijk vinden om op details te letten en dat we houden van net effe anders.

Something to be proud of.
Dus. Zie hier*.
Ons kamertje.



Oh, en Inge: hij's 83 x 101 x 236 cm.
Dus 0,8383 m2.
En 1,9783 m3.


*Slechte kwaliteit, want telefoonopname.
Batterij van de fotocamera was op en ik ken geen geduld.

16 mei 2008

Sana twijfelde niet eens

Hebben, hebben!
Langzamerhand wordt onze
wc groener en groener...


Sana skeelert als een heusche vrouw zonder richtingsgevoel

Oh, dacht ik gister.
Dit lijkt in verste verte niet op
wat ik had verwacht.

Maar ach. Het is donker.
Donker lijkt alles anders.
Gewoon doorgaan.

Oh
, dacht ik iets later.
Nu zou dat centrum toch
wel behoorlijk in zicht
moeten zijn.

Hm, dacht ik,
volledig buiten adem,
ik ga die fokking trein
nooit halen.

En toen panikeerde ik
want sjit, hoe kom ik überhaupt
nog bij dat station?!?
Where am I?

Links, rechts, links, rechts,
grote slagen,
hap naar adem.

Dan.
Aaaargh! Water.
Dus dáár is het station.
Aan de andere kant
van het water.
Van groot, breed
water.

En de brug?
Die was weg.
Ver weg.

Kutmandoe!!!*
Waarom zit er geen

TomTom op mijn skeelers?!?!

En.
Oh help.
Dacht ik dat niet laatst ook al,

toen ik hopeloos verwaald
door Zwolle fietste?





*Bekt lekker. Verder niets.

14 mei 2008

Sana vraagt zich iets af

Stel hè.
Stel, je bent een niet zo leuke jongen en je zit in de trein naast een leuk blond meisje waarvan je écht écht écht heeeel erg zeker weet dat je haar ooit een keer gezien hebt en haar dus ergens van kent. Vraag je dat dan?

13 mei 2008

Sana kijkt vol afgrijzen

Als je als 35-jarige net iets te dikke Japanner in een net iets te strakke roze trui een bibliotheekboek leest van Carry Slee, dan heb je mijn onverdeelde aandacht. Zeker Vooral als ik in de trein zit en toch niets beters te doen heb. Bijzondere menschen zijn mijn grootste hobby. (En mijn brood.)

Ik verzandde in een heerlijke fantasiewereld vol kleine dikke Japannertjes met uilenbrillen en te strakke roze polootjes. Gepest in het fietsenhok, nog nooit gedingesdzoend met een meisje en een toekomst in de informatica met veel cijfertjes en weinig menselijk contact. In gedachten zag ik ze rondhobbelen in mijn therapiezaal.

Plots werd mijn fantasie verstoord. Mijn brein had opgemerkt dat de man last had van iets -en ik mag hopen dat het niets méér was dan een onschuldige purk- in zijn neus. Na al 10x te hebben gewreven aan de buitenkant, besloot hij, al dan niet onbewust, tot een uitgebreid inwendig onderzoek. Ongegeneerd. En ik was publiek. Zou hij het straks ook in zijn mond stoppen?

Ondertussen las hij stug door, geen benul hebben van zijn publieke actie. Logisch. Als kleine uk las ik de boeken van mevrouw Slee ook in één keer uit. Zo hoort dat, met die boeken.

Vanaf dat moment lukte het me niet meer om bij de kleine Japannertjes te komen. Ik kon me alleen maar vol afschuw (en met enige lugubere fascinatie) afvragen of hij het daadwerkelijk zou gaan opeten... Na een minuutje flink wroeten en graven had hij de boosdoener te pakken en kreeg ik mijn antwoord.

Hap.
Slik.

Weg.

11 mei 2008

Sana is het even kwijt

Het lukt niet zo,
met dat schrijven.
Ideeën genoeg,
en telkens een beginnetje
maar het endje...
het end is zoek.

8 mei 2008

Sana gooit er een makkelijk raadsel in

Vriendin E.: "Kijk, dit is Gijs. En die ander, die donkere, dat is Patrick. Daar ga jij straks op passen, als ik in Oostenrijk(?) op een berg zit. Lief zijn ze, he? En weet je, ze reageren ook op hun naam. Als je ze roept, dan doen ze zo van blubblubblub..."


Nou, 3x raden?

6 mei 2008

Sana hoefde niet met de helikopter

Ik heb er lang over nagedacht. Dat was toen ook altijd al mijn tactiek. Heel lang nadenken, héél veel doemscenario's verzinnen en het vervolgens toch doen. Ik dacht aan mijn neus en hoe deze eruit zou kunnen gaan zien als het mis zou gaan, aan de mensen die voorbij liepen en aan hoe de ambulance helikopter mij zou komen ophalen. Ik dacht aan de veel te lange tijd die verstreken was sinds die laatste keer en aan hoe soepel het toen ging. Toen wel. Ik draaide mijn hand lijf er niet voor om. Twee? Prima! Catch me if you can.

Dat was toen. Nu is nu. Nu is anders. En al wil ik het niet, het is wel zo. En dus dacht ik nog even aan de dag ervoor, toen ik na 5 kilometer joggen een soort van impulsief even een handstand-hele-draai op het gras probeerde en bijna door mijn armen zakte.

Kortom: ik twijfelde enorm.

Maar hey! Het was bevrijdingsdag. Het zonnetje scheen, er lag een baan, ik stond daar met W. en er waren slechts 2 kleuters die er af en toe over heen kropen. W. houdt ook wel het opzoeken der grenzen en hoppa... flipflops uit en gáááán.

5 mei 2008

Sana doet 't alsnog - op haar eigen wijze

Zomaar,
zonder dat iemand ik het verwachtte,
en zonder dat ik er heel hard
naar op zoek was,
zat ik net
plotsklaps
met een heel sip gezichtje
toch
die doden te herdenken.


Kijkt en klikt u mee?

4 mei 2008

Sana voor het eerst (en voor het laatst?) op de dodenherdenking

Het was stil.
Muisstil.

(Op die loslaten rotkinderen na.

Ik snap dat niet hoor.
Of je dresseert je kinderen goed, of je beseft dat je kinderen niet geschikt zijn voor een dodenherdenking en laat ze thuis of dumpt ze bij opa of oma of de buurvrouw. Grom.)

Anyway.
Het was stil.
Sort of.

Ik deed echt heel erg mn best, maar ik kon alleen maar denken aan mn roodverbrande velletje, en aan hoe dat meisje die mevrouw met die trompet zich moest voelen, en wie haar een seintje gaf wanneer ze weer mocht trompetteren, en aan of die boom niet veel te dicht bij die grote vlam stond -of nou ja, andersom dus-, en of ik later met mijn kinderen naar een dodenherdenking zou gaan.

Oh, ik moest ook nog even denken aan die keer dat ik met al mijn middelbareschoolvriendinnetjes in een stille tocht liep, omdat de ene jongen de andere ging beschermen en dus werd neergestoken. Daar waren ook veel mensen, daar was het ook zo stil... Gelukkig dacht ik daarna weer snel aan morgen, en wat ik dan aan zou moeten. Rokje, jurkje, slippers? Soms moet je ik gewoon niet te lang in het verleden blijven hangen.

Al met al voelde ik duidelijk niet zo thuis tussen alle oud(e)militairen & aanverwanten.

Ik kan dat niet.
Het is te ver voor mijn tijd.
En geschiedenis heb ik nooit leuk gevonden.

Gelukkig mag ik morgen vieren.
Het heden & de toekomst.

Dat is toch meer mijn ding.

Sana luistert het buurmeisje af

"Eerst ben ik jarig, dan word ik vier en dan komt sinterklaas. En dat duurt nog maar heeeeel even. En dan komen mijn tantes. En mijn nichtjes. En mijn neefjes. En tante Hennie. En tante Corrie. Want ik heb twee tantes. En die komen allebei. Jahaaa. Al mijn tantes komen dan. Als ik vier word. En dan komt sinterklaas. En dat is al heel snel."

2 mei 2008

Sana schrijft gewoon weer over het zwemmen

Noah is vijf, kan niet zwemmen en heeft een pittige combi van ADHD en autisme. Op papier klinkt dit ingewikkeld, in de praktijk is het nog ingewikkelder. Want hoe begrens je een impulsief en hyperactief kind zonder de hele dag Niet doen!, Kom hier! of Wachten! te brullen?

In het zwembad bleek dit helemaal ingewikkeld, aangezien het niet luisteren voor toch wel gevaarlijke situaties kan zorgen. Die jongen springt gerust met een halve salto het diepe in, zonder te bedenken dat 'ie niet zwemmen kan.

Ik zat met Ramon van 3 op schoot, klaar om samen van de hoge glijbaan te gaan. Als een lief koalabeertje kronkelde hij tegen me aan, doodsbang voor het grote boze water aan het eind van de glijbaan. Wel optillen straks he, Sana? Natuurlijk jongen, ik heb je stevig vast. Komt helemaal goed.


Ons zwembad heeft een prachtig stoplicht boven in de glijbaan, zodat de kinderen niet zelf hoeven na te denken over hoe lang ze moeten wachten. De meeste autisten doen het daar goed op. ADHD'ers ook trouwens. Noah niet, zo bleek.

Het stoplicht werd groen. Ik instrueerde Noah nogmaals om te wachten totdat het stoplicht ook voor hem groen zou worden. Jaaahaaa, ga nou maar! Hij is niet zo van het geduldig zijn. Toch dacht ik dat het wel goed zou komen.

Ramon & ik zoefden begonnen rustig te glijden. Nog geen 6 meter later hoorde ik Noah joelend de glijbaan induiken.

Ja. En dan. Eén bibberend koalabeertje vóór me, één hyperactieve kleuter achter me en ik ben de enige die zichzelf boven water kan houden. Ik probeerde af te remmen, zodat ik Noah op mijn rug kon plakken. Lukte redelijk, al kon ik niet voorkomen dat de landing erg aangenaam werd.

But. We survived. Ramon is voor het eerst in zijn leven helemaal kopje onder gegaan en moest daar even flink over huilen en praten. Noah heeft de bodem aangeraakt, kreeg iets teveel water binnen en stond 3 seconden later alweer stuiterend bij de trap van de glijbaan. Nog een keer, nog een keer, nog een keer!

1 mei 2008

Hoe Sana is




Inge begon. Waarop Karin volgde. En ik bedacht dat ik misschien ook wel iets moest. Of wilde. Ik kon het in elk geval niet zomaar voorbij laten gaan. Past mooi bij mijn plantzijn.

Dus nou ja.
Even een serieus stukje.
Moet kunnen.
En anders skipt u mij maar lekker van uw lijstje.
Mij 'n zorg.
(Wat u uiteraard niet gelooft na het aangeklikt hebben van dat oranjebruine gedoetje. Uw mening is me veuls te belangrijjk. Nog wel. But I'm working on that.)

Maar goed. Even serieus dus.


Morgen schrijf ik wel weer iets over poep of plassen of zwemles.
Ofzo.

Sana wil zo graag de wereld redden

Jorick, nee! We horen het zo’n 15x per dag. Écht waar. Jorick, nee! Als Jorick aan de haren van zijn grote broer trekt, als Jorick een stapje naar links doet, als Jorick zijn mond opendoet of als Jorick zijn hoofd een beetje schuin houdt. Jorick, nee! Wij snappen inmiddels wel dat dat kind helemaal niet meer reageert op Jorick, nee!, het moet voor hem inmiddels als een soort altijd aanwezig achtergrondmuziekje in zijn hoofd suizen… Jorickneejorickneejoricknee..

Papa snapt dit echter niet en doet er dan gewoon een schepje bovenop. Als Jorick wakker wordt, als Jorick aan de plantjes zit, als Jorick naast het lijntje loopt. JORICK NEE!! En als papa geluk heeft, helpen de twee oudere broertjes gewoon even mee. Met hun piepstemmetjes imiteren ze de kordate stem van hun papa. Een dissonant trio brult door huis en tuin: JoRicK NeE!!!!!!

Pets. Het gedragkind wordt afgekeurd. Het huilt. Logisch. Maar dan. Weer. Jorick, nee! Huilen mag niet. Huilen is voor meisjes, en voor kleine jongetjes die zich aanstellen. Stoppen dus. Netjes zitten en braaf zijn.

En ik?
Ik stond erbij zit erbij en ik kijk ernaar. Luister ernaar..
Ik kan niet zoveel. Of:
Ik durf niet zoveel. In mijn fantasie heb ik uiteraard al 80x aangebeld en heb ik de papa eerst uitgefoeterd netjes uitgelegd hoe het anders -en dus stiekem eigenlijk beter- kan.

Maar ja.
Wie ben ik?

(Of: hoe ben ik? Who am I?
Maar dat is voor later.)