25 februari 2010

Sana zou het beter kunnen

Ik vind het maar niks, scheppingsgewijs dan he.

Ik had gewoon ergens een knopje of een luikje gemaakt, en het zó met Eva afgesproken, dat als ze een klein krampje in haar onderbuik voelde, dat ze dan binnen 24 uur op het knopje zou drukken of dat luikje zou openen, waarna die vier eetlepels prut dan naar buiten konden stromen. Prut eruit, luikje dicht en hoppa, weer 28 dagen pure vrijheid.

Niks geen vijf dagen kreperen, panikeren bij 'ik voel nattigheid!', niet weer met een dot wc-papier in m'n onderbox naar de drogist moeten strompelen en niet weer -let op: TIP!!- met lauwe melk de vlekken uit m'n broek moeten schrobben.

Wellicht had ik het nog anders aangepakt: laat die hele menstruatiecyclus maar zitten, we regelen gewoon één internationaal telefoonnummer dat je kunt bellen als je denkt 'mwoah, lamakome, da kind'. Dan zou er eerst een leuke ouderschapscursus volgen, een theorie- én praktijktoets, gevolgd door een post-examen-training. En dan zijn we ook klaar met die barensweeën en uitgescheurde gebiedjes.

Anyway.

Ik zou het allemaal heel anders gedaan hebben, die schepping. Maar ik heb wat minder verstand van een vallend kabinet en oorlogje spelen. Financieel gezien zou ik er, gezien het gat in m'n hand, ook 'n potje van maken scheppen en hoe dat nou moet met dat gat in de ozonlaag (waar ik overigens niks van geloof, langekouweshitwinter), dat weet ik ook niet.

Maar toch.. dat ene stukje... daar zie (en voel, AUW, AUW) ik nog wel wat verbeterpuntjes.

23 februari 2010

Sana loopt achter

Ik weet dat ik op een aantal gebieden een beetje achterloop, maar toch bizar hoe zelfs mijn lijf zich daarop aanpast.

De mevrouw in het ziekenhuis zei vanmorgen heel vrolijk: "Ja, ik denk toch echt aan een lichte vorm van acne."

Ben je zesentwintig.
In plaats van zestien.


#looptachter

21 februari 2010

Sana is trots

Jaren geleden begon het om de kilo's. Of nou ja, om de kilo's die ik niet wilde. En dus liep ik hard. Met een vastberaden kop vol cijfertjes en berekeningen ging ik rennen. Zoveel minuten, zoveel meters, bladiebla.

Dat lukte niet. Na 200 meter deed er al ergens iets zeer, na 500 meter was ik buiten adem en in m'n kop was ik full time bezig met 'wanneer mag ik stoppen!?' en 'zijn die fokking 10 minuten al om?!?'.

Twee jaar geleden jaar was ik dat zat. Volgens velen zou hardlopen Echt Heel Lekker zijn en ik wilde dat ook Voelen. En dus moest er iets veranderd worden aan mijn aanpak. Ik ging zonder horloge op pad, liep elke keer een ander rondje zodat ik niét wist welke afstand ik liep en ging gewoon op pad. Als ik moe was, mocht ik wandelen -al wandelde ik een half uur- en als ik weer zin had, rende ik een stukje.

Dat lukte wel. Sterker nog, na 'n tijdje was ik een uurtje buiten, waarvan ik een half uur rende en, belangrijker nog, ik had het naar mijn zin. Ik genoot van het buiten zijn, van het zoeken naar leuke routes, naar mooie stukken natuur. Het ging niet meer om tijd of afstand, maar om het buiten zijn. Ik voelde eindelijk wat die hardlopers bedoelen.

Vorig jaar zat ik in Ghana. Daar is lopen an sich al een inspanning, dus hardlopen hebben we niet gedaan. Bij terugkomst ben ik een paar keer geweest, daarna kwam De Blessure. Heupen, rug, nek, alles deed gruwelijk zeer (iets met durale pijn bladiebla) en dat duurde. Een week, een maand, drie maanden, een half jaar, 8 maanden... ergens in december is het minder geworden, maar nog steeds is het niet over.

1 januari liep ik voor het eerst sinds Heel Lang weer hard met vriendinnetje. En dat ging goed. Een paar dagen later weer. En weer. En weer.

Afgelopen woensdag liep ik per ongeluk 4 kilometer en hoewel vaderlief het niet geloofde, vertelde Afstandmeten.nl dat ik gelijk had. Het voelde als 4 kilometer, en het waren er 4. Ape-trots was ik.

Vanmorgen besloot ik weer te gaan en te kijken of ik die 4 kilometer nog eens kon, of dat het gewoon te maken had met de manische bui van afgelopen week.

Maar.
Vanmorgen.
Liep.
Ik.
Er.
(met het zonnetje op,
en in mijn bol)
VIJF!!!!

Vijf hele kilometers.

Hallelujaaaaaaaaaaaaaaaa!

20 februari 2010

Sana vierde feest

De afterparty is bijna net zo fijn als het feestje zelf. Beetje terugdenken, beetje terugvoelen en langzaam een Chai Latte wegwerken. En 'n fruitsalade.



Het was Feest gister en het was Fijn.
Een fijn feest.

Een relaxtheid in mezelf die ik slechts bij vlagen ken, lekker eten, lieve mensen. Zesentwintig jaar op aarde, en het voelt met regelmaat alsof het allemaal nog maar net gaat beginnen. Wat 'n heerlijk idee dat er nog zo'n vijftig jaar vóór me liggen die ik mag vullen met m'n vrienden, m'n werk, ballet, hardlopen, dansen, zingen, muziek maken, mooie dingen maken - en met mezelf.

Ik teken weer 'n jaartje bij.

15 februari 2010

Sana maakte vandaag

De nacht bracht moord, doodslag en injectienaalden waardoor ik niets zou voelen, maar wel zou meemaken. Gelukkig bracht de dag leukere dingen:





















Een rokje. Zelfgemaakt dus, he. Er mag geapplaudisseerd worden. Of gedanst. Dat deden wij namelijk, in onze nieuwe rokjes. Zij een tweekantenrokje met bloemetjes en stippen, en ik een rokje met ballen en een 'kanten' randje aan de onderkant. Wat niet van kant is, maar waar ik nog geen beter woord voor gevonden heb. Ik ben één en al blijheid.






















En koekjes. Die maakte ik ook nog. Ergens tussen acht en negen vanmorgen. De nacht was gelukkig klaar, en ik wilde koekjes. Havermoutkoekjes. Dat ze iets te kort in de oven hadden gelegen, is lekker niet te zien op de foto.

's Avonds stond er nog een potje ballet op het programma en nu kruip ik met een Chai Latte op de bank voor een aflevering van Toren C.

Ik zeg,
dit is een mooie dag.
(Doe me ook eens zo'n nacht.)

Sana's monday morning

Havermoutkoekjes in de oven
en Sana onder de douche.

Zo zie ik het graag.

Sana diepzeeduikt

Soms wil ik duiken. Diepzeeduiken. De diepte in, de zwarte oneindigheid verkennen. Voorbij de schemerzone, daar waar het zonlicht niet meer komt. Ik wil de druk voelen van het water, de beklemmende stilte ervaren en de donkerte ‘zien’. De eenzaamheid, de leegte. Het koude water voelen tot in mijn botten. Ik wil weten hoe het was.

Ik ben benieuwd naar de wrakken. Wil ontdekken wat er nog over is van de gezonken schepen, en kijken hoe het er allemaal bij ligt. Ik wil weten wat waar te vinden is, en in welke staat van ontbinding het verkeert. Ik wil met mijn hand over het verweerde hout aaien en constateren dat het klaar is. Deze schepen zullen nooit meer varen.

Ik wil zien, voelen en weten. Ervaren. Want de zee ligt om de hoek, maar toch ben ik nog wel eens bang te vergeten. Elke versplinterde mast, ieder gebarsten raampje en elk kapot roer wil ik onthouden. Het mag niet zomaar verdwijnen - ik wil niet zomaar verdwijnen. Ondanks alles.

Ik wil diepzeeduiken.
Op zoek naar ‘ De schatten van de zee.’
Opdat ik niet vergeet
wie ik ben
en waarom.
En omdat het inmiddels goed is,
zoals het is.

En zodat ik opgelucht naar frisse lucht kan happen als ik weer boven kom, de zon zie, en weet dat het goed is, zo veilig aan land.

14 februari 2010

Sana's hoofd brabbelt

Kouwwwe thee. En kouwwwe tenen. Kouwwwe vingers, ook. Alleen m’n onderrug is lekker warm. En de binnenkant van m’n wangen zijn ook aardig op temperatuur.

Sneeuw buiten. De tafel vol kralendozen. Een tevreden gevoel als ik kijk naar de zojuist gemaakte armband, hangend bij het Nieuwe Jurkje. Ga ik wel of niet hardlopen? Zal ik volgend jaar werkelijk daar werken? Een gapend huisgenootje op de bank. Leest al uren haar boek. Bijna jaloers. Doe me wat van dat relaxte. De pan op het vuur pruttelt. Of nou ja, dat wat erin zit, pruttelt. Moet er een spatie tussen ‘er’ en ‘in’? Te lui om op te zoeken.

Pleegpapa en –mama zitten in Portugal. Een maandje. Daar waar de zon wel schijnt en waar ik het Nieuwe Jurkje met gemak aan zou kunnen. Wachten op de lente. Groentetuintje maken, lange skeelertochten, picknicken en gitaarspelen in het park. Daar moet zeker ook een spatie tussen?

Ik wil schrijven, maar ik kan het niet meer. Worddocumenten blijven leeg, ook het kladblok in m’n telefoon vertoont een verontrustende leegte. Waar zijn de woorden gebleven? En de ideeën? Wat is er gebeurd met mijn antenne? Ik weet het niet. Gek. Wellicht ben ik er overheen gegroeid. Net als over de Mammutkast van Ikea. Je nes ais pas.

Het leven is een gek iets. Ik speel met het leven, soms speelt het leven met mij. Het leven is een speeltuin. Kreeg ooit dikke vette complimenten van een docent voor dat laatste zinnetje. Misschien was het compliment meer bedoeld voor het proces wat eraan (spatie?) vooraf ging. Het niet zo speeltuinerig aanvoelen van het leven. Doet er niet toe. Zou graag nog eens met hem kletsen. Wellicht eens mailen.

Bedenk me nu dat het kaartje van m’n fototoestel nog bij Vriendinnetje ligt. Onhandig. Vanavond dus de deur alsnog uit. Wat overigens insinueert dat ik nu niet meer ga hardlopen. Het is 16:25. Ik wilde 16.00 weg. Achter op schema. Excuustruus. Morgen weer een dag. Ga ik dan wel ’n stukske huppelen.